Het werk bestaat in hoofdzaak uit:
a. het Maaien van het watervoerende gedeelte van de watergangen;
b. het Maaien van watergangen waarlangs natuurvriendelijke oevers/ natte ecologische zones zijn gelegen;
c. het Maaien van de natte en droge oever van natuurvriendelijke oevers;
d. het maaien en snoeien van natte gedeelten, moeras/draszones en droge oevers/vlakken;
e. maaien van bermen, taluds en vlakken van boezem- en polderkaden en terreinen;
f. het verwerken(verzamelen en afvoeren) van maaisel, snoeisel en organisch materiaal.
g. overleg met perceel-eigenaren, gemeenten, provincie e.d. in verband met toegang tot percelen en/of wegen.