Het betreft hier een aankondiging van een wijziging van lopende overeenkomsten voor perceel 6: Verkeerseducatieprojecten basis- en voortgezet onderwijs. De aanvullende opdrachten dienen door de oorspronkelijke opdrachtnemer conform art. 2.163d Aanbestedingswet (een aanvullende noodzakelijk geworden wijziging ex art. 72 lid 1 onder b van de Richtlijn 2014/24/EU) te worden uitgevoerd.
1. Een overheidsopdracht kan zonder nieuwe aanbestedingsprocedure als bedoeld in deel 2 van deze wet worden gewijzigd indien:
a. door de oorspronkelijke opdrachtnemer te verrichten aanvullende werken, diensten of leveringen noodzakelijk zijn geworden,
Kostenraming voor de aanbesteding is op basis van een schatting van de behoefte (aantallen) opgesteld. Tijdens het eerste uitvoeringsjaar van de opdracht is de behoefte/ zijn de aantallen hoger dan verwacht. Aanvullende werkzaamheden zijn noodzakelijk om aan afspraken te voldoen.
b. deze aanvullende werken, diensten of leveringen niet in de oorspronkelijke aanbestedingsstukken waren opgenomen,
Aantallen in de oorspronkelijke aanbestedingsstukken zijn te laag geraamd en dus niet opgenomen in de oorspronkelijke stukken.
c. een verandering van opdrachtnemer:
1°.niet mogelijk is om economische of technische redenen, en
Andere opdrachtnemers zou leiden tot een versnippering van de opdracht, wat niet wenselijk is om onduidelijkheid te voorkomen. Tevens zijn er technische aanpassingen in de digitale omgeving noodzakelijk welke kosten te weeg brengen waardoor de beschikbare middelen niet kunnen worden ingezet voor de daadwerkelijke uitvoering op de scholen.
2°.tot aanzienlijk ongemak of aanzienlijke kostenstijgingen zou leiden voor de aanbestedende dienst, en
Verandering van opdrachtnemer zou tot aanzienlijk ongemak leiden doordat dit tot ongewenste inhoudelijke wijzigingen in het meerjarige programma zou leiden. Andere opdrachtnemers kunnen niet hetzelfde product leveren. Het zou tot een aanzienlijke kostenstijging leiden om dit door te voeren (stagnatie in de uitvoering, communicatietrajecten ed.) en de onderliggende digitale systemen aan te passen. Hierdoor zou dan minder geld beschikbaar zijn voor de daadwerkelijke uitvoering op de scholen.
d. de verhoging van de prijs niet meer bedraagt dan 50% van de waarde van de oorspronkelijke opdracht.
De verhoging bedraagt 25%van de waarde van de oorspronkelijke opdracht.
2 Indien een overheidsopdracht een indexeringsclausule bevat, wordt voor de berekening van de prijs, bedoeld in het eerste lid, onderdeel d, de geactualiseerde prijs als referentiewaarde gehanteerd.
In de aanbestedingsleidraad is opgenomen dat er geen indexering plaats zal vinden gedurende de looptijd van de opdracht (artikel 2.2.7 laatste lid).
3 Indien opeenvolgende wijzigingen van een overheidsopdracht worden doorgevoerd, geldt de beperking van het eerste lid, onderdeel d, voor de waarde van elke wijziging.
Het betreft een eenmalige wijziging van 25% de opdracht geurende de hele looptijd van de opdracht.
4 Een aanbestedende dienst voert geen opeenvolgende wijzigingen van een overheidsopdracht door met het oogmerk zich te onttrekken aan de toepassing van deel 2 van deze wet.
De wijziging is eenmalig en voor de hele looptijd van de opdracht. Er worden geen opeenvolgende wijzigingen toegepast.
5 Een aanbestedende dienst maakt een wijziging van een overheidsopdracht die voldoet aan de voorwaarden, bedoeld in het eerste lid, bekend door een aankondiging hiervan op het elektronische systeem voor aanbestedingen.
Een wijziging van de opdracht wordt gepubliceerd door het cluster Inkoop en aanbesteding.
6 De in het vijfde lid bedoelde bekendmaking geschiedt door middel van een op het elektronische systeem voor aanbestedingen beschikbaar gesteld formulier.
De beschikbare formulieren worden hiervoor gebruikt door het cluster Inkoop en aanbesteding.