Via vergelijkend veldonderzoek en/of experimenten, wordt inzicht verkregen in (a)biotische omstandigheden die laagveenwateren minder gevoelig maken voor de invasie van rivierkreeften dan wel de maximale aantallen kreeften onderdrukken.
De vergaarde kennis wordt waar mogelijk vertaald naar maatregelen die water- en terreinbeheerders kunnen nemen om kreeften te beheren en inrichtingsmaatregelen te treffen die de impact van de kreeften mitigeert. In eerste instantie zullen dit experimentele maatregelen zijn die op kleine schaal getoetst dienen te worden alvorens de maatregelen op grote schaal uitgevoerd kunnen worden.
Naar mate de maatregelen verder in de praktijk worden onderbouwd, worden zij ook relevant voor beleid, zoals in beheerplannen, herstelstrategieën, kaderrichtlijn water en implementatie van de Europese Unielijst Exoten.